Waarom Zuid-Amerika? (1)

Ik maak even gebruik van de wachttijd in Madrid om wat achtergrondinformatie te geven over ons bezoek aan Zuid-Amerika.

In 2001 – ik werkte toen aan de Universiteit Utrecht als docent informatica – was er een project van de Nederlandse regering om het onderwijs in wiskunde en informatica aan de universiteiten in Bolivia te verbeteren. Het project heette in het Spaans ‘Mejoramiento de la Enseñanza en las Matematicas y la Informatica’, afgekort MEMI (Verbetering van het onderwijs in de wiskunde en informatica).

Ons instituut deed het informaticagedeelte, en er kwamen studenten uit Bolivia hier studeren en promoveren. Ook gingen er docenten hiervandaan naar Bolivia om daar een paar weken les te geven. Zo werd aan mij ook gevraagd om daar een paar weken naar toe te gaan om college te geven.

Cary en ik zijn toen 5 weken in Bolivia geweest: twee weken college in Cochabamba, een week vakantie in o.a. Potosi en Sucre, en twee weken college in Santa Cruz. Het gevolg was dat we op dat moment beide ons hart verloren aan Bolivia.

Omdat ik geen Spaans kende en veel studenten in Bolivia geen Engels moest dat altijd via een vertaler. In Cochabamba hadden we een geweldige vertaler, zelf informaticus en leraar Engels. Maar in Santa Cruz hadden we een vertaalster die prima Engels kende, maar geen informatica kende. Ze wist dus soms ook niet hoe ze de termen moest vertalen. Gelukkig waren en verschillende studenten die wel Engels kenden en haar konden helpen.

Een probleem in Santa Cruz was ook dat niemand van de staf Engels kende, dus bij alle gesprekken met hun hadden we de vertaalster nodig.

Toch is alles goed gegaan en was dit voor ons ook een onvergetelijke tijd. Hier is de grondslag gelegd voor onze contacten met Zuid-Amerika.

Wordt vervolgd.